Railtripping recht door zee

Met de trein naar 3 Duitse eilanden

Met de trein naar een eiland? Het kan in Duitsland, waar een 8 kilometer lange spoorlijn dwars door de Waddenzee naar Sylt loopt. En ook Duitslands grootste eilanden Rügen en Usedom in de Ostsee zijn uitstekend bereikbaar met de trein.

Duitse eilanden met de trein
De Duitse eilanden Sylt, Rügen en Usedom zijn perfect bereikbaar met de trein

Wie naar de Waddeneilanden wil, moet in Nederland met de ferry vanuit Den Helder, Harlingen, Holwerd of Lauwersoog. Maar per trein dwars door de zee? In Duitsland kan het, daar rijd je met de trein over de 8 kilometer lange Hindenburgdam dóór de Waddenzee naar Waddeneiland Sylt. Snel(ler) is het zeker niet, maar het is wél een heerlijke slow travel ervaring door de deelstaten Niedersachsen en het uitgestrekte, landelijke Schleswig-Holstein. En daarna dus dóór het water. Je kunt eventueel tussenstops maken in de mooie Hanzesteden Bremen of Hamburg, die op de route liggen.

Ook de populaire Duitse Ostsee-eilanden Rügen en Usedom zijn makkelijk per trein te bereiken – eveneens een mooie reis dwars door Duitsland. Deze kun je ideaal combineren met bijvoorbeeld een bezoek aan Berlijn of de Hanzesteden Rostock of Stralsund. In deze post beschrijven we enkele hoogtepunten van de eilanden Sylt, Rügen en Usedom en natuurlijk de treinreis ernaar toe – een aanrader in alle seizoenen.


Eiland #1 Sylt

Sylt in het noordoosten, vlak bij de grens met Denemarken, is het laatste Waddeneiland van het Duitse Waddengebied, dat net voorbij Schiermonnikoog begint met het eiland Borkum. De complete Duitse kralenketting telt 24 eilanden waarvan er 14 bewoond zijn. Samen vormen ze Nationalpark Wattenmeer. 

Sylt behoort samen met Föhr, Amrum, Pellworm en Nordstrand tot de Noord-Friese eilanden. Uniek in deze archipel zijn de terpeilanden, de zogenaamde Halligen. Deze eilanden, tien in totaal waarvan vijf permanent bewoond, worden niet door dijken beschermd. Bij hoge (storm)vloed lopen ze onder water, en moeten de eilandbewoners en hun vee het tot op de dag van vandaag letterlijk hogerop zoeken om uit de gulzige greep van het water te blijven. Gelukkig hoef je je op Sylt hier geen zorgen over te maken. Het grootste (schier)eiland van de Duitse Wadden is via de Hindenburgdamm met het vasteland verbonden. Over deze dam loopt alleen een spoorweg. 

Ons treinavontuur begint op het Centraal Station van Utrecht waar we slechts 10 minuten voor vertrek aankomen. Onderweg naar het perron pakken we nog even snel een koffietje mee. Het is 7.00 in de ochtend en we hebben 9,5 uur reistijd voor de boeg, inclusief een overstap van ruim een half uur in Duisburg. Duisburg Hauptbahnhof is geen inspirerend station. Ik stap hier bijna maandelijks over op de ICE naar Berlijn en wellicht de fijnste plek om met een koffie te wachten is bakkerij Kamps in de centrale hal, waar je enigszins comfortabel kunt zitten.

Eenmaal ingestapt in de Intercity voelen we ons al snel in een andere wereld. De trein kruipt eerst nog door het industriële Ruhrgebied, voordat Münster wordt bereikt – een gezellige studentenstad met prachtig historisch centrum. Maar dat bewaren we voor een andere keer. De trein raast vanaf Münster in één ruk door naar Hamburg, bijna 2 uur zonder tussenstop. Achteroverleunend trekt het landschap aan ons voorbij, terwijl we genieten van versie koffie in een echte keramieken mok. 

Na Hamburg begint het, maar vooral na de Elbe-monding wordt de Waddenzee ‘voelbaar’. Hoe noordelijker de namen van de stations klinken – Itzehoe, Husum, Niebüll, Klanxbüll – hoe vlakker het land. Na Niebüll ploegt de trein over enkelspoor door kilometers landelijk gebied met zonnepanelen en windmolens tot ver aan de horizon. Klanxbüll is de laatste halte op het vasteland. Hierna duurt het niet lang meer voordat we de zee gaan zien. Zodra we de Hindenburgdamm op rijden, plakt de zilte lucht aan het raam. Evenals mijn neus. Het uitzicht is prachtig. Het is einde van de middag en de schemer valt al in als de trein het eindstation Westerland binnenrijdt. We zijn aangekomen op Sylt. 

Noeste arbeid

Westerland was ruim een eeuw geleden al een populaire badplaats, wat de basis legde voor het serieuze plan om het eiland met het vasteland te verbinden. Een gigantische operatie, zo’n spoorlijn dwars door zee. Vanaf 1923 werkten dagelijks 1500 arbeiders in dag- en nachtploegen. Zeventig treinwagons, dertig zeilschepen, drie sleepboten en twintig pontons sleepten onophoudelijk bouwmaterialen aan. Na vier jaar noeste arbeid stoomde de Duitse Reichspräsident Paul Von Hindenburg op 1 juni 1927 van Klanxbüll naar Sylt, over deze eerste en tot op vandaag enige spoorlijn door de Waddenzee.

Sinds de bouw van de destijds 11 km lange dam is er geen eb en vloed meer langs de oostkant van Sylt. Zand zorgde voor de natuurlijke aanwas van nieuw waardoor de dam nu nog ‘maar’ voor 8,1 km in de Waddenzee ligt. Dagelijks rijden inmiddels meer dan 100 dieseltreinen naar de overkant, die jaarlijks 640.000 eilandgasten naar Sylt brengen. Auto’s kunnen mee op speciale autotreinen. Niet alleen toeristen kwamen ineens met duizenden tegelijk het eiland op. Ook vossen, dassen en mollen staken de zee over. Zij waren met zó veel dat ze zelfs een bedreiging vormden voor vogels en klein wild. Dat is de reden dat veel vogels Sylt in de broedtijd dan ook vaak voor gezien houden, en hun kraamkamers in die periode naar de andere Duitse Noordzee-eilanden verhuizen. Maar daarbuiten is Sylt een vogelparadijs, vooral het Rantum Becken in het zuiden is een pleisterplaats waar jaarlijks miljoenen vogels neerstrijken voor een tussenstop op hun weg naar het zuiden. Het Rantumer Becken werd in 1936 aangelegd met een 5 km lange dijk die het water van de Waddenzee afsloot. De bedoeling was om hier later een vliegveld te realiseren, maar de ondergrond bleek hier totaal ongeschikt voor. Sinds 1962 is het bekken een beschermd natuurgebied met meer dan 50 vogelsoorten. 

Dwars door zee naar Sylt
Dwars door zee naar Sylt

Duitslands noordelijkste puntje 

Sylt is een langgerekt eiland (35 km) met meerdere gezichten. Het is een mix van glamour en natuur. Zo heeft de Duitse elite, veelal uit Hamburg, op Sylt een tweede huis staan. Hun stijgende belangstelling joeg de onroerendgoedprijzen zo ver op dat de oorspronkelijke bewoners naar het vasteland werden verdreven op zoek naar goedkopere huisvesting. Wat de Hamptons voor New York zijn, is Sylt voor de rijkelui uit Hamburg. 

Het andere gezicht van Sylt is de woest aantrekkelijke natuur die overal aanwezig is. En al helemaal in de winter eisen de witte zandstranden, glooiende duinformaties, steile kliffen en heidevelden je aandacht op. Ongeveer de helft van het eiland is beschermd natuurgebied.

Vanuit Westerland fietsen we in 20 km fietsen naar Duitslands noordelijkste puntje waar je op nauwelijks vier kilometer afstand van Denemarken, de ‘Lister Ellenbogen’ vindt. De wilde lap grond heeft zijn naam te danken aan de vorm. Behalve twee vuurtorens is hier helemaal niets. In een boekje lees ik dat ‘de hele ellenboog een enorm vogel- en natuurreservaat is, waar een rijke biodiversiteit aan vogels, schapen en zeehonden leeft.’ We parkeren onze fietsen en gaan zwerven, door de duinen, over het strand. Alles godvergeten verlaten. Héérlijk. 

Kliffen

Een ander hoogtepunt op ons Sylt-to-do-lijstje is het Rode Klif, met 52 meter een van de meest fascinerende kliffen van de Noordzeekust. Het indrukwekkende klif werd 120.000 jaar geleden gevormd tijdens de Sale ijstijd, toen gletsjers machtige rotsmassa’s voortstuwden en zo het eiland Sylt vormden. Na de ijstijd steeg de zeespiegel door het smelten van de gletsjers, landmassa’s braken af en lieten aan de westkant van het eiland, tussen Wenningstedt en Kampen, een scherpe rafelrand achter, het huidige klif. De rode kleur dankt de landmassa aan de ijzerhoudende bestanddelen die in contact kwamen met zuurstof in de lucht en oxideerden. Een kleur die nog dieper wordt bij ondergaande zon. Voor zeelieden diende het Rode klif eeuwenlang als oriëntatiepunt: door zijn unieke ligging aan de Duitse, Deense en Nederlandse Noordzeekusten was de klif een onmiskenbaar handelsmerk van het eiland Sylt. In de zomermaanden is het strand hier goed gevuld, maar in het najaar en winter vormen de lege strandkorven, die kriskras op het strand staan en zo kenmerkend zijn voor het mondaine karakter van Sylt, een surrealistisch beeld. 

Nog nét iets hoger is het 52,5 meter hoge Uwe Duin, het hoogste punt van Sylt. Om de top te bereiken bijten de 110 traptreden flink in onze kuiten, maar dan heb je ook wat. Een spectaculair uitzicht dat bij helder weer tot aan het Deens eiland Rømø reikt. 

Aan de oostkant, aan de Waddenzeekant, vinden we Morsum Klif, een zandstenenformatie van twintig meter hoog en 1800 meter lang, miljoenen jaren oud en die onder invloed van de zon van rood, naar zwart of wit schijnt te kleuren. Als wij er zijn ziet het klif er net als wij een beetje winterbleekjes uit.  

Op adem komen van alle fiets- en wandeltochtjes doen we bij een van de vele pubs. Overal kun je vis en oesters krijgen. De oestervisserij heeft een duizendjarige traditie op de Noord-Friese eilanden en de Sylter Royal is de enige in Duitsland geproduceerde oester, gekweekt in de oesterbanken in het Nationaal Park Noord-Friese Waddenzee. De oesters zijn lekker stevig en hebben en een nootachtige en licht zoute smaak. En als je dan zoals wij, op een frisse najaarsdag met een Fischbrötchen in de pub zit, hoor je zelfs binnen het geluid van de golven. 


Eiland #2 Rügen

Een tweede eiland dat we met de trein bezochten was het (schier)eiland Rügen in de Oostzee, in het voormalige Oost-Duitsland. Duitsland heeft meer dan vijftig Ostseeinsel. De meeste zijn heel klein, slechts zes ervan zijn bewoond. De twee grootste zijn Rügen en Usedom (spreek uit: oesedom), vlak bij de grens met Polen. Beide eilanden zijn goed met de trein bereikbaar en hebben diverse badplaatsen waar je vanuit de trein praktisch op het strand uitstapt. 

De Königsstuhl in Nationaal Park Jasmund op Rügen (foto: Shutterstock)

Vanuit Amersfoort Centraal Station reis je in zes uur naar Berlijn Hauptbahnhof. Afhankelijk van je tijd en treinticket (zie kader) breng je op de heen- of terugweg ook een paar dagen in Berlijn door. Vanaf hier reis je met een boemeltje richting het noorden naar Rostock of Stralsund, beide Hanzesteden. Rostock is bekend om zijn kleurrijke huizen en universiteit die in 1419 werd opgericht en hiermee de oudste universiteit van Noord-Europa is. Stralsund is een oude vestingstad met een maritieme sfeer. Bovendien heeft het plafond van de stationshal prachtige schilderingen, niet vergeten even omhoog en om je heen te kijken.

Dramatische krijtrotsformaties

Rügen, met prachtige zandstranden en dramatische krijtrotskusten, is Duitslands grootste eiland. Onderdeel van de Duitse deelstaat Mecklenburg-Voor-Pommeren.

Vrijwel dagelijks rijden rechtstreekse ICE’s van Berlijn naar Bergen (Rügen) en Ostseebad Binz (reistijd 3u45), de grootste badplaats van het eiland met zandstrand en prachtige strandvilla’s. Wij reizen dit keer echter door naar station Sassnitz direct aan de poort van het National Park Jasmund, met 30,03 km² het kleinste nationale park van Duitsland. Het staat vooral bekend om de hoge krijtrotsformaties. De Königsstuhl is zondermeer de beroemdste rots. Hier heb je vanaf 118 meter hoogte een weids uitzicht over de Oostzee en de hele rotskust. Dat Jasmund barst van de wandelroutes is een no brainer. Maar als je dan moet kiezen, neem dan de Hochuferweg. Dan rijg je in 12 kilometer  zowel de krijtrotsen als de Königsstuhl én de 700 jaar oude beukenbossen (UNESCO Weredlerfgoed) aaneen.

Strand van Prora, Rügen
Geschiedenis gecombineerd met heerlijk lege stranden in Prora, Rügen

Bad der Twintigduizend 

Met een eilandboemeltje kun je ook nog naar station Prora, ook wel bekend als de ‘Kolos van Rügen’ of het ‘Bad der Twintigduizend’. Tussen 1936 en 1939 bouwden de nazi’s hier aan een badplaats waar 20.000 mensen tegelijkertijd op vakantie zouden moeten kunnen. Het ongeveer 4,7 km lange complex met acht ‘woonblokken’ van 500 meter lang werd echter nooit voltooid. De Russen hebben de zuidelijke en de twee noordelijke blokken opgeblazen. In de overgebleven blokken, die door de dichte dennenbossen niet direct zichtbaar zijn vanaf de kust, zijn nu onder meer appartementen en een jeugdherberg gevestigd. De trein stopt praktisch naast de deur en zelfs al vind je de geschiedenis van deze plek te luguber, neem toch een kijkje. Het complex ligt aan een van de mooiste baaien op Rügen. Het Dokumentationszentum Prora toont in de originele gebouwen de permanente tentoonstelling MACHTUrlaub, over de bouwgeschiedenis van het complex en zijn politieke achtergrond.

Imposante bouwwerken die wat vrolijker zijn, zijn gelukkig niet ver verwijderd. Zowel in Sassnitz als in Binz vind je de typische kuuroordarchitectuur en witgekleurde (strand)villa’s met uitbundig bewerkte gevels, houten balkons en houten veranda’s met kleine spitse torentjes. 

De pier van Kaiserbad Ahlbeck, Usedom
De pier van het keizerlijke kuuroord Ahlbeck op Usedom (foto: Michael Bahrke)

Eiland #3 Usedom

Usedom wordt ook wel het strand van Berlijn genoemd. De drie keizerlijke kuuroorden van Ahlbeck, Heringsdorf en Bansin waren ooit via een rechtstreekse trein verbonden met de Duitse hoofdstad. Tegenwoordig moet je overstappen in Züssow, waar je verder rijdt met de dieselboemeltjes van de Usedomer Bäderbahn richting Swinoujscie Centrum, de eindbestemming van deze trein in Polen. Na Wolgast kruis je de Peenestrom over een indrukwekkende, knalblauwe ophaalbrug die al van veraf te zien is. Dankzij deze brug rijdt er sinds 2000 weer een trein naar Usedom. De oude spoorbrug in het zuiden van het eiland, de Hubbrücke Karnin, werd in de Tweede Wereldoorlog verwoest waarmee er ook een einde kwam aan de treinverbinding. 

Na de brug volg je een prachtige route van zo’n 1,5 uur over het eiland. In de kustplaatsen van Usedom herleven oude keizerlijke tijden. Monumentale villa’s met witte gevels die aan de kust en in de straatjes van het centrum te vinden zijn. Hier brachten rijken burgers en adel uit Berlijn al in de 19e eeuw hun vakanties door. Highlights zijn ook de monumentale, meer dan 100 jaar oude houten pieren, waaronder die van Ahlbeck, geopend in 1898 en de oudste in Duitsland.

Donkere geschiedenis

In Duitsland ontkom je niet aan donkere geschiedenis. In Peenemünde, dat je via een zijlijntje met overstap in Zinnowitz bereikt, bevond zich van 1936 tot 1945 het grootste militaire onderzoekscentrum van Europa. Op een oppervlakte van 25 km² werkten tot wel 12.000 mensen tegelijkertijd aan innovatieve wapensystemen, zoals ’s werelds eerste kruisraket en de eerste functionerende grote raket. Beiden waren ontworpen als terreurwapens tegen de burgerbevolking, meestal vervaardigd door dwangarbeiders, en werden vanaf 1944 gebruikt als “Vergeltungswaffen of wraakwapens” in de Tweede Wereldoorlog.

Op deze historische plek schoten de nazi’s in oktober 1942 voor het eerst een raket de ruimte in. In het huidige Historisch-Technisches Museum Peenemünde zie je het originele lanceerplatform voor de rakettest en in de imposante, monumentale fabrieksgebouwen. Het museum houdt zich bezig met de geschiedenis van het ontstaan ​​en gebruik van deze wapens. De tentoonstellingen documenteren wie er in Peenemünde werkte, hoe de mensen leefden en waarom de enorm complexe wapenprojecten werden uitgevoerd. Ik laaf me aan de fascinerende geschiedenis van wetenschapper Wernher von Braun, die hier werkte. Hij was het die de Amerikanen later naar de maan bracht.

Nu, 80 jaar later, is het vooral genieten aan de Oostzee. Van de grillige kusten, bijzondere natuur, charmante badplaatsen en afwisselende architectuur en vooral: de mooie Baltische zee waar ten noordoosten van de vaargeul de 12 meter hoge vuurtoren van Peenemünde in het water staat. De witte ronde stalen toren uit 1954 is – filatelisten opgelet – een van de 24 vuurtorens van Duitsland die in een postzegelserie is afgebeeld. De Peenemünde vuurtoren komt voor in de serie uit de voormalige DDR die niet alleen de toren maar ook een fraaie kaart van de locatie laat zien. Een grafisch designpareltje.

Zowel Rügen als Usedom zijn in één trip combineren, maar persoonlijk ben ik hier niet zo’n voorstander van. Slow travel betekent juist niet door Europa razen, overal uitstappen om snel een foto te maken en weer doorreizen. Neem ruim de tijd voor deze fantastische eilanden en bezoek ze afzonderlijk.

Strand Usedom, Ostsee
Karlshagen Strand, Usedom (foto: Mikal de Bont)

Met de trein naar Sylt, Rügen of Usedom

Enkele reis vanaf 37,90
Een enkele reis vanaf Nederland of België naar Westerland (Sylt), Sassnitz, Prora of Binz (Rügen) of Stralsund is er al vanaf 37,90 euro via NS International of Deutsche Bahn. In de reisplanner van Deutsche Bahn kun je heel handig tussenhaltes inplannen (dit kan bij NS helaas niet) en daarbij ook aangeven hoe lang je er wilt blijven. Ideaal dus om zo je reis te plannen en tickets met (korte) tussenstop zijn niet duurder!

Zonder overstappen vanaf Duisburg
De rechtstreekse trein naar Westerland (Sylt) vertrekt dagelijks vanaf Duisburg om 09:43 uur en komt 16:34 op z’n eindbestemming aan. Je hebt in Duisburg een goede aansluiting met de eerste ICE vanuit Nederland (vertrek vanaf Amsterdam 06:38 uur, Utrecht 07:06 uur of Arnhem 07:37 uur).
Ook leuk: een nachtje eerder naar Keulen reizen, want de trein vertrekt 09:06 uur vanaf Keulen Hauptbahnhof. Vanuit België is het handiger in Keulen op te stappen.
De rechtstreekste trein naar Bergen en Ostseebad Binz op Rügen (via Berlijn) vertrekt in Duisburg om 10:31 uur en komt ruim acht uur later op Rügen aan.

Interrail: ultieme flexibiliteit
Een Interrail Pass voor 4 of 5 dagen binnen één maand is ook een ideale keuze om naar een van de eilanden te reizen. Met deze pas op je mobieltje heb je alle treintickets op zak en stap je waar en wanneer je maar wilt de trein in en kun je makkelijk tussenstops toevoegen. Je pas is geldig vanaf elk station in Nederland of België; zowel de heen- als terugreis is bij de pas inbegrepen. Kinderen t/m 11 jaar reizen gratis. Ontdek hier alles over Interrail.

Reserveringen: niet nodig
Helemaal handig: reserveringen zijn in Duitsland niet nodig. Neem je een langer traject, zoals Duisburg – Ostseebad Binz en wil je geen risico lopen dat je geen zitplaats vindt? Reserveer dan een zitplaats via de reisplanner van Deutsche Bahn (er is een speciale button ‘alleen zitplaats’). Reserveren is sowieso aan te bevelen als je op drukke dagen of in het hoogseizoen reist.

Bagage?
Op de grotere stations zijn bagagekluizen (Schließfächer) aanwezig waar je bagage voor een paar uur kunt achterlaten: Bremen, Hamburg, Stralsund. Let op: vaak kun je hier alleen met muntgeld betalen.

Blijf je in Duitsland?
Als je binnen Duitsland blijft, zijn er ook diverse slow travel deals om verder te railtrippen. Zoals het Quer-durchs-Land ticket. Daarmee trein je een hele dag onbeperkt door héél Duitsland vanaf 14 euro per persoon. Je kunt hiermee alle regionale treinen nemen en zo makkelijk de eilanden bezoeken vanaf Hamburg of Berlijn.

Duitse eilanden met de trein

Met dank aan Natasha Bloemhard (eindredactie) en Chris Pollen van Salt Magazine

Bart Giepmans
Bart is praktisch opgegroeid in de trein en spoort al sinds zijn kinderjaren door Nederland en Europa. Door banen bij NS en Deutsche Bahn en projecten voor Interrail ontwikkelde hij zich tot een gepassioneerd ambassadeur voor treinreizen. Bart treint het liefst door de Alpen en pendelt regelmatig tussen Utrecht en Berlijn.

Foto’s: Bart Giepmans.